Leestijd 2 - 3 min
Lekker lerend doen
Echte keukenprinsen en -prinsessen zijn het, de leerlingen in de praktisch georiënteerde groep van leerkracht Rowenna van den Berg. Shahed, Wesly, Dion, Juliëtte, Mohamed, Helena en Melaher bakken pannenkoeken. Leuk, gezellig én leerzaam. Bijna ongemerkt leren de kinderen plannen, organiseren, samenwerken, reflecteren en rekenen.
Rowenna van den Berg maakt leerlingen blij met een kookles.

Doeners voor wie het ‘talige’ onderwijs en leren uit boeken lastig is, krijgen op De Dolfijn les in de praktisch georiënteerde groepen. Uitleg en verwerking van de lesstof zijn in de midden- en bovenbouwgroepen zo praktisch mogelijk en het tempo ligt lager.
“Pannenkoeken bakken is praktisch onderwijs ten top”, vertelt Rowenna als alle baksels op zijn. Als je een recept leest, ben je met taal bezig en leer je een heleboel nieuwe woorden. Weeg je ingrediënten af, dan reken je. Je plant, organiseert, werkt samen en leert dat hygiëne belangrijk is.
“Dit hebben kinderen allemaal nodig om voor zichzelf te kunnen zorgen. Stap voor stap doen zij hier steeds meer zelf. Dat pakken ze snel op, als je ze die verantwoordelijkheid geeft.” Zo’n kookles maakt leerlingen bovendien heel blij. “Het levert een concreet resultaat op en daardoor voelen kinderen zich krachtig: dit is goed gelukt!”

De Dolfijn startte met de praktisch georiënteerde groepen om kinderen die anders naar het speciaal onderwijs zouden moeten, in hun eigen woonomgeving ontwikkelingskansen te bieden in het speciaal basisonderwijs.

Komende tijd borgt de school de opgebouwde kennis en ervaring door de onderwijspraktijk te beschrijven. Dat maakt een planmatigere aanpak en uitwisseling van (les)ideeën tussen leerkrachten eenvoudiger.

De Dolfijn zoekt ook intensiever verbinding met praktijkonderwijs – daar gaan veel leerlingen uit de praktijkgeoriënteerde groepen naartoe - voor een goede doorgaande leerlijn.

Creativiteit

Het leuke aan lesgeven aan deze leerlingen? Je hebt veel creativiteit nodig om de lesstof praktisch te maken. Een kant-en-klare methode is er niet. Rowenna ‘vertaalt’ het onderwijsaanbod vanuit leerlijnen (wat kinderen moeten leren), naar toegankelijke voorbeelden en doe-lessen. Ze bedenkt zelf veel en haalt tips en lesvoorbeelden van internet.
“Kinderen hebben zelf ook goede ideeën. Bij techniek hebben we bijvoorbeeld vliegtuigjes gevouwen. Leerlingen stelden toen voor om die vanaf het dakterras te laten vliegen om te zien wat er dan gebeurt.”
Voor de les over natuur bracht Rowenna bollen en knollen mee die de leerlingen mochten opensnijden. “Voelen, ruiken en ervaren: dat vinden deze leerlingen fijn.” Ook bingoën met rekensommetjes is een hit. “Dat doen we regelmatig, want herhaling is in deze groep belangrijk.”

“Het leuke aan lesgeven aan deze kinderen is dat je veel creativiteit nodig hebt”

Ouders betrekken

Deze week krijgen ouders weer een nieuwsbrief met informatie over wat Rowenna allemaal heeft gedaan met de leerlingen en met welk doel. Ook het pannenkoekenrecept staat erin.
Juist omdat kinderen bijna spelenderwijs leren, is het goed om uit te leggen hoe wel degelijk aan verschillende onderwijsdoelen wordt gewerkt. “Het is belangrijk om de groei in ontwikkeling zichtbaar te maken. Ook kleine stapjes vooruit moet je met elkaar vieren.”

auteur Anne-Marie Veldkamp
fotografie Marieke Wijntjes
relevante categorieën betekenisvolle leeromgeving, hoofd, hart en handen, passend onderwijs